maandag 30 april 2018

De pelgrim is gearriveerd



Dan moet je m'n zuster zien, dan moet je m'n zuster zien
Oh, we lijken helemaal niet op elkaar
Dan moet je m'n zuster zien, dan moet je m'n zuster zien
Alle mannen, die zijn stapelgek op haar
Ze voelen niets voor mij, ze lopen mij voorbij
Maar in een hele rij, hangen ze aan haar zij

Ria Valk







Vanmorgen voor de vierde keer in mijn leven de 12 km van Lavacolla naar Santiago gelopen. Inmiddels ken ik de weg wel dromen. Eerst een paar km door een bos van eucalyptusbomen, dan de TV-studio's van TV Galicia en TV Espana, dan de camping, vervolgens Monte Gozo met het waanzinnig grote monument ter gelegenheid van het bezoek van Paus Johannes Paulus. Ik heb net als Stalin niet zo veel met de Paus. Deze dictator zei ooit: "De Paus? de Paus? hoeveel divisies heeft de Paus?"


Pelgrims op weg naar Santiago


Monte do Gozo
Ik ben wel benieuwd of ze die losse planken in de brug over het spoor nu al eens gerepareerd hebben. In 2015 kwam ik na een tocht van 2500 km in Santiago aan. Brak ik in het zicht van de haven nog bijna mijn been over een stel losliggende planken.
Inderdaad, de planken zijn vernieuwd.



Nieuwe planken

Maar nog niet allemaal. Fijn ook dat sommige dingen nog gewoon bij het oude blijven. 

Maar gelukkig ook nog oude planken




Even een plaatje voor volger Andrea die altijd dieren aan het redden is. 
Deze vereniging zet zich in voor de dieren op de camino en vraagt pelgrims geen honden met zich mee te laten lopen. Die honden hebben een huis en zijn dan aan het eind van de dag ineens dakloos.
Ja, dat is ook altijd mijn angst als een hond een stukje met me meeloopt. Gaat hij nog wel weer terug naar huis?


Vereniging ter bescherming van de dieren op de camino

Zag ik gisteren mijn auto rijden. Vandaag zie ik mijn motor staan. Ook wel weer bijzonder want ook dit model wordt niet meer gemaakt.


Triumph Trophy uit 2015

Eerst even op het plein voor de kathedraal gezeten. Vervolgens vriendelijk en onbevlekt ontvangen in het Seminario Mayor San Martin Pinario aan de Praxa Inmaculada (naast de zij-ingang van de kathedraal)


Hospedaria Seminario Mayor San Martin Pinario

Met eenvoudige maar kraakheldere kamers. En snelle internetverbindingen (dat dan weer wel)



's Middags even de vrijwilligers in de Huiskamer van de Lage Landen groeten. Ik stel me netjes voor. 'Dé André Brouwer?' vraagt de mannelijke vrijwilliger.
Met mijn naamsbekendheid in het buitenland zit het dus inmiddels wel goed.




Leja en Peter van de Huiskamer van de Lage Landen


Peter is wel eens bij een lezing van me geweest en weet nog dat hij toen mijn boekje 'De Pelgrim' heeft ontvangen.
De huiskamer is boven het pelgrimsbureau en daar staan zoals gewoonlijk weer lange rijen voor een Compostela.
Dit brengt mij op het lied van de dag van Ria Valk: Maar in een lange rij hangen ze aan haar zij. 


Pelgrims in de rij voor een compostela
Ik ben bewust vandaag nog niet de kathedraal in geweest. Dat bewaar ik voor woensdag a.s. als ik op de dag zelf de apostel ga bedanken voor een voorspoedige genezing van mijn openhartoperatie. 
De pelgrimsmis in de kathedraal heb ik niet zo veel mee. Dat is inmiddels verworden tot een toeristisch spektakel en het is mij eerder opgevallen dat voor veel bezoekers van de pelgrimsmis het te veel gevraagd is een uurtje je mond te houden.
Ik ga morgen een intiemere kleinschaligere dienst uitzoeken. Er zijn er diverse.
Dan zal ik ook aan de volgers denken die me gevraagd hebben een kaarsje voor hen op te steken.
Ze weten zelf wel wie dat zijn.

Bericht in de mailbox
Dan zat er vandaag een bericht in mijn mailbox waar ik regelmatig aan moest denken.
Na mijn pelgrimage in 2015 van Alkmaar naar Santiago bleef ik maar last houden van een blessure aan de achillespees.
Omdat het maar bleef duren ging ik op advies van mijn dokter naar een osteopaat. Ik maakte kennis met Hans, een vrolijke man - jonger dan ik - met wie ik tijdens de behandelingen veel gelachen heb. Ook was hij zeer belangstellend naar mijn pelgrimservaringen naar Sint Jacob, ook omdat hij zelf een zoon had die Jacob heette. Ik heb hem nog mijn boekje Praktisch Pelgrimeren cadeau gedaan. 
Omdat er geen progressie na de behandelingen bleek, zijn we er  in goed overleg mee gestopt. Uiteindelijk zijn de klachten 'vanzelf' overgegaan.
Vandaag zat  het bericht in mijn mailbox dat de praktijk door een collega is overgenomen. Deze collega had hem ook vervangen tijdens zijn ziekte. Hans was na een kort ziekbed overleden.
Het raakte me dat ik dit bericht nu net 'toevallig' moest ontvangen terwijl ik in Santiago was.
Eens te meer een reden om te beseffen dat gezondheid niet vanzelfsprekend is al denken we dat soms wel.



zondag 29 april 2018

Mi ultimo refugio

De bus stond al klaar bij de Jaarbeurs,
ik arriveerde aan de late kant.
m'n reisgenoten hadden al een plaatsje.
Een was er nog vrij: boven de band.
Dat zat behoorlijk krap,
mijn hoofd, dat raakte haast mijn knie.
Men lachte in mijn richting
maar gewisseld werd er nie.
De reisleidster zij wenste
ons een hele mooie week.
Het landschap gleed voorbij
maar niemand keek.


Marijke Boon

Het valt mij steeds weer op. Busreizigers zijn onder te verdelen in twee soorten. Zij die proberen te slapen en zij die op een schermpje kijken of zitten te appen. Voor de echte wereld buiten heeft niemand meer belangstelling. 
Dus het lied van de dag van Marijke Boon diende zich vanzelf aan. 




Het landschap gleed voorbij maar niemand keek
Pensionbaas Eduardo had gelijk. Het was lekker rustig in de kamer met uitzicht op de stortkoker. Goed geslapen, maar toen ik vanmorgen om half zeven op straat kwam, liep ik ineens tussen luidruchtig dronken uitgaanspubliek. Het is me al vaker overkomen in Spanje, twee dagritmes die elkaar kruisen. De feestvierder voor wie de dag nog niet afgelopen is en de pelgrim voor wie de dag juist begint.

Liep ik vorige week zondag nog in kringetjes om een bar te vinden, nu is de bar tegenover het station al open. 'Zonder suiker he?' vraagt dezelfde serveerster van gisteren als ik koffie bestel.
In Nederland is ober of serveerster iets wat je doet als je nog studeert, of als je niets anders kunt.
In Spanje is het nog echt een beroep. 


Het cafe is al open


Ik lees nog eens de bordjes op de muur met de ingredienten voor geluk



Eet goed
Wees vriendelijk naar anderen
rust
beweeg
spendeer geld aan nieuwe ervaringen
luister naar muziek
koester je goede dingen
stel niet ui tot morgen wat je vandaag kunt doen
voel je aantrekkelijkheid

Bij dat laatste weet ik niet zo goed wat ik me moet voorstellen, maar de rest doe ik wel.



Bus Irun - Tui

Precies om half 8 komt de bus aanrijden (waar zijn toch die Spaanse tijden gebleven?).
Het is geen streekbus, maar de lijn van Irun (bij de Franse grens) naar Tui (aan de Portugese grens).
Na stops in Luarce, Navia en Ribadeo arriveert de bus ook weer precies om half 11 in Lugo.
'Een kwartier pauze,' roept de chauffeur, maar ik mag eruit.

Mooi op tijd voor het streekvervoer van de gebroeders Freire. De bus naar Santiago vertrekt om 11 uur en de volgende pas om 16.00 uur, dus dat is geluk hebben.


In de rij voor de bus van de gebroeders Freire

Het regent zoals gewoonlijk in Galicia (daarom is het er ook zo groen) en voor veel pelgrims is dat een reden om vandaag de bus te pakken. Ik heb daar verder geen opinie over, ieder moet pelgrimeren zoals hij of zij zelf wil.
Het is aardig om stukken die ik eerder per fiets of te voet heb afgelegd, nu vanuit de bus te zien.
Gek dat er allerlei herinneringen boven komen. In Pals de Rei zie ik een terras. O ja, daar was het zo koud toen ik daar zat, herinner ik me ineens. Gek eigenlijk, jarenlang nooit aan dat terras gedacht, maar blijkbaar zit het toch nog ergens in een verborgen plekje in mijn geheugen.


Fietspelgrims in de regen


Dan zie ik ineens door de achterruit een grijze Peugeot 505. Dat is altijd een bijzonder moment voor me want dit model is inmiddels zeer zeldzaam. Ik rijd ook zo'n grijs exemplaar uit 1986, en omdat die vroeger van mijn vader geweest is noem ik die altijd vaders bolide. Als ik er 1 keer per jaar 1 op de weg zie, is dat bijzonder. De laatste keer dat ik er een zag was verleden jaar in Corbigny toen ik bij mijn pelgrimsvrienden Arno en Huberta een het revalideren was.
En nu weer een vlak voor Santiago.


Vaders bolide?

In de bus vraag ik me ineens af of ik eigenlijk wel gereserveerd heb in mijn favoriete hotel in Lavacolla. Ik kan het me niet meer herinneren, maar het zal toch wel? De pelgrim moet ook vertrouwen hebben.
Mijn vrees wordt bewaarheid, de receptionist kan mijn reservering niet vinden. De bazin wordt erbij gehaald. Ze herkent me nog wel, maar dat is ook niet zo verwonderlijk. Ik ben hier nu voor de vierde keer.
Nee, het hotel is vol.
Es mi ultimo refugio, (u bent mijn laatste toevlucht) roep ik. Daar moet Sabina wel om lachen. Ze gaat wel wat voor me regelen en voor 35 euro krijg ik alsnog een kamer.




Sabina, mi ultimo refugio



Bagagevervoer
Ein doppelzimmer?
We zijn inmiddels in de wereld van de georganiseerde pelgrimages beland. Rugzakken die eerder arriveren dan de bijbehorende pelgrims. 'Ein doppelzimmer' roept een reisleider tegen een groep pelgrims met rolkoffers.
En nogmaals, ik bekijk het alleen maar, ik heb er geen opinie over.


Hotel San Paio
In 2015 logeerde ik hier ook voor mijn laatste etappe van mijn pelgrimage van mijn huis naar Santiago (best wel een eind als je in Alkmaar woont).
In 2013 sliep ik hier op mijn pelgrimage Arzua, Santiago, Fisterra en Muxia.

Maar vandaag is het wel een heel bijzondere dag. Ik was hier voor het eerst in 2012 samen met Gerrit Dik. Ik was die dag ziek en nam daarom de bus (inderdaad van de gebroeders Freire) van Arzua naar hier. Gerrit liep die dag.
Adrie, de vrouw van Gerrit was een goede vriendin van me. We zaten samen in het bestuur van het pelgrimsgenootschap en ze woonde net als ik in Alkmaar. Regelmatig belde ze me op: Ben je thuis? Dan kom ik even een bakje bij je doen, ik heb zin in een loopje'
Vandaag is het de verjaardag van Gerrit, maar ook precies 6 jaar geleden dat Adrie in Nasbinals totaal onverwacht overleed tijdens hun pelgrimage van Le Puy naar Saint-Jean-de-Port.

Zoals elk jaar op deze dag bel ik Gerrit voor zijn verjaardag. Het is een dag met gemengde gevoelens en dat zal altijd zo blijven. Het is een kort gesprek. We begrijpen elkaar ook zonder woorden.






zaterdag 28 april 2018

Rocky moe, Rocky gaat slapen

Kom ik vanavond thuis in mijn pension, zit daar beneden in de gang een gezellige vogel.

Gezellige vogel

Haar eigenaar is minder gezellig. Polly is terug van vakantie en wil naar huis. Maar Ovidio (zo heet de eigenaar, dat verzin je niet, dat gebeurt gewoon) krijgt Polly niet in zijn eentje de trap op.
Hij zoekt nog iemand om hem te helpen.

Daar heeft de pelgrim natuurlijk wel oren naar. Klein minpuntje. Polly woont vier hoog (dat dan weer wel).

Enfin, een goede daad verricht en zulke dingen zijn toch veel leuker dan de toerist uithangen.
Grijsaard Eduardo maakte er een (niet helemaal scherpe) foto van.
Polly is zes maanden oud en Polly is een afleiding van pelicula omdat zijn baas een filmliefhebber is (net als in de film)
Polly praat nog maar weinig en hield gedurende deze operatie wijselijk haar mond.

Polly woont vier hoog

Dat was even flink sjouwen. Mijn eigen vogel zou nu zeggen: Rocky moe, Rocky gaat slapen.

Rocky moe, Rocky gaat slapen

P.S dit was een extraatje, er is vandaag ook de gebruikelijke 'gewone' blog.

Net als in de film


Het was koud, het was donker
Ik was helemaal alleen
Toen de film was afgelopen
Ging ik nergens heen
Ik staarde naar de televisies
Je hoofd gespiegeld in de etalageruit
Je tikte op m'n schouders en je vroeg me
"Ga je vanavond met me uit"


Toontje lager


Of het in Oviedo net als in de film was, weet ik niet, want ik heb de film niet gezien. Maar volger Wim, hartelijk bedankt voor de filmtip. Ik ga die zeker eens bekijken (Vicky Cristina Barcelona met Woody Allen en Penelope Cruz)
Ik zag dat Penelope Cruz er een rol in speelt. Mijn Spaanse juf Lola krijgt altijd jeuk van haar. Toen ik 2006 de film Volver uitkwam, werden er ter promotie waaiers uitgedeeld. Ik kreeg Lola goed op de kast door met zo'n waaier in de klas te gaan zitten. 

Maar aan vage vriendinnen hebben we niets, dus gisteren eerst nog even terug naar serveerster Ana om dit keer een scherpe foto van haar te maken.
'Hola André,' riep ze bij mijn entree.
Kijk, dat gaat de goede kant op.


Hola André!

Daarna naar de kathedraal om mijn Salvadorna (de variant van de Compostela) op te halen. De jongeman die hem uitschrijft en vraagt of het niet moeilijk was op de bergpaden. Het heeft er in de winter flink huisgehouden en het probleem is dat de route door twee autonome regio's loopt: Castilie y Leon en Asturias. Deze wijzen naar elkaar als het gaat om omgevallen bomen opruimen, dus daarom blijven ze liggen. Weer wat geleerd.


Vandaag met de Cercanias naar Aviles. Dat is een soort Sprinter, die net als in Nederland ook geen wc heeft. Maar op de stations kun je nog wel gratis plassen. (Weet u nog volger, op Sloterdijk kost dat 70 cent.




Gratis plassen


Er vindt een klein incidentje plaats. Ik koop een kaartje via de automaat en hoor de printer vruchteloos pogingen ondernemen het af te drukken. Na een paar vergeefse pogingen geeft hij het op en krijg ik alleen het pinbonnetje.
Nu zul je denken, even met je bonnetje naar het loket en dan krijg je daar een kaartje. Nee, de lokettist gaat naar Aviles bellen dat ze daar handmatig het poortje naar de uitgang voor me opendoen.
Maar hoe kom ik dan hier op het perron? Hier staan op de perrons zelf toegangspoortjes. "Gewoon even over de rails hangen,' zegt de lokettist. Zo moeilijk is dat niet. 
Nee, dat is niet moeilijk.
Mijn actie op het perron is echter niet onopgemerkt gebleven zou Reve zeggen. Een man in uniform komt in rustige tred naar me toelopen. "Mag ik uw biljet even zien?' zegt hij op een toon van 'dat heb je natuurlijk niet'
Nee, dat heb ik ook niet, en rustig leg ik de situatie uit. Hij gelooft me in eerste instantie niet.
'Ga het maar bij uw collega aan het loket vragen,' daag ik hem uit. Dat doet hij niet en met een blik van 'ik vind het maar een vreemd verhaal, maar het zal wel, laat hij het rusten.
Enfin, dan heb je geluk dat je Spaans spreekt.

In Aviles kan ik het station niet uit en bij de loketten is niemand te zien. 'Op de kaartautomaat zit een knop voor Informatie, u moet daar even op drukken,' zegt een vriendelijke man. En inderdaad, via de luidspreker hoor ik de stationschef zeggen. Ja, daar is over gebeld, ik open het meest linkse poortje voor u.'

Ook weer opgelost. 

Op het busstation koop ik maar meteen een kaartje voor de bus naar Lugo morgen. Die gaat een keer per dag om 7.30 uur, vandaar dat ik vandaag in Aviles blijf.
Ik vraag maar meteen een stoel bij het raam voordat morgen weer een wijsneuzig wicht haar plek opeist.




Dit pension gaat hem niet worden

In lees op de deur van de Informacion turistica dat die om half 11 open gaat. En inderdaad, op de minuut nauwkeurig doet een aardig jong meisje de deur open (waar is dat befaamde Spaans half uurtje gebleven?
Venir a punto es muy mal educado,' zei Lola vroeger.
Ik krijg van haar een lijstje hotels en pensions en dan begint een vervelend half uurtje. Hotel Don Pedro, hotel 40 nudos (wat moet je nu met 40 naakten?), hotel El Balcon en pension La Fruta zijn allemaal 'completo. 
Gelukkig heeft Pension El Parque nog plaats. 


Pension El Parque

Pension El Parque is op de tweede verdieping boven een speelhuis. Een man op leeftijd met een enorme grijze baard en een zonnebril op doet de deur open. Ja, hoor, hij heeft nog een kamer. Geen gedoe met inchecken en paspoort laten zien. 40 euro en we praten nergens meer over.
Het raam kijkt uit op een soort stortkoker. 'Lekker rustig,' zegt de grijsaard, 'want buiten op straat is een hoop herrie.'
Ja, zo heb elk nadeel zijn voordeel.





Fabada

Het middagmaal laat ik me goed smaken. Fabada, een Asturisch stoofpotje met bonen en worst en chorizo en een cachopo (soort Asturische cordon bleu).


Cachopo

Het regent vandaag. 




Op tv is het weerbericht en een item dat het boven 1200 meter weer is gaan sneeuwen in de bergen van Leon. Wat een geluk dat ik dat dinsdag niet had (toen ging de route tot 1600 m).


El tiempo




Nieuws op tv: nieuwe sneeuwval boven 1200 m

O ja, vandaag stopte de trein op  twee stations waar aan gewerkt werd. Net als in de metro van Madrid klonk het toen door de intercom
Estacion en curva. Tengan cuidado para no introducier el pie entre el coche y andén.
Ja, je voet niet tussen de wagon en het perron introduceren. Dag klinkt toch veel mooier dan: pas op bij het uitstappen.
En dan nog die subjuntivo in derde persoon meervoud. 
De bedenker van die zin mag voor mij de Nobelprijs voor literatuur krijgen.

vrijdag 27 april 2018

Al final la Catedral

Valt het je op dat de zon feller schijnt 
als de rook om je hoofd is verdwenen. 
Valt het je op dat de wind harder waait 
als je hem tegen hebt in plaats van mee. 
't Is koeler in huis dan aan zee 
als de rook om je hoofd is verdwenen. 


Boudewijn de Groot
Het taalgebruik van die Indianen wordt steeds agressiever
Dit  lied (van mijn favoriete tekstdichter Lennaert Nijgh) vanwege een anekdote waar ik ineens aan moest denken toen ik de rook van deze cementfabriek zag.
Na mijn openhartoperatie heb ik twee weken in het ziekenhuis gelegen. Ik herinner me daar weinig meer van. Net alsof je geheugen je wil beschermen tegen al te heftige emotionele herinneringen.
Vanuit mijn mijn ziekenhuisbed had ik uitzicht op een soort rookafvoer van een gevelkachel of iets dergelijks waar regelmatig flinke dampen uitkwamen.
Op een dag kwam er een nieuwe dokter aan mijn bed die in zijn papieren keek en vervolgens vroeg: "Heeft u nog steeds zo'n last van hallucinaties?"
Waarop ik terwijl ik naar buiten wees zei : "Nee, gelukkig niet, maar u moet wel een keer die rooksignalen beantwoorden want het taalgebruik van die indianen wordt steeds agressiever."
De dokter keek me even peinzend aan, schreef iets in zijn dossier en verdween. 




Maar genoeg gelachen, er moest vandaag weer serieus geklommen worden. Afwisselend over asfalt en bergpaadjes, maar niet zo heftig als afgelopen woensdag toen ik over allemaal omgevallen bomen moest klauteren.



En ook de besneeuwde bergtoppen kan ik vandaag vanaf veilige afstand bekijken. Daar hoef ik lekker niet doorheen te baggeren.
Aan mijn linkerhand lijkt het of er een soort zondvloed is geweest. Een passerende wandelaar kan het gelukkig voor me duiden: 'carbon'.  Een oude steenkoolmijn.



Via een vrouwonvriendelijk tunneltje bereik ik  Olloniego waar een bar is zonder bardame. "Andrea, un peregrino" roept een stamgast richting keuken.
Dat is het aardige van pelgrimeren. Bewoners denken nooit, wat doet die man met die rugzak hier, maar snappen wat je aan het doen ben.t



Vrouwonvriendelijk tunneltje 



Middeleeuwse toren bij Olloniego




Middeleeuwse brug zonder rivier
In plaats van met barjuffrouw Andrea over koetjes en kalfjes te praten had ik beter even mijn waterfles bij kunnen vullen.
Nu loop ik daar op een bospad zonder drinken.
Maar weer een Jacobusmoment. Het bospad kruist een weggetje met bij een verlaten gebouw een prima werkende kraanl




Iets wat me na Pola de Lena al vaker is opgevallen. Soms wijkt het 'officiele' bord af van de gele pijlen. 
elk wijst een andere kant uit. wat weet zo'n officieel bord daar nu van? denk ik dan maar.



Waar ik ook steeds aan moet wennen. In heel Spanje wijst de schelp de richting van de 'uitwaaierende vingers'op. Behalve in Asturie, daar juist de andere kant op.

In Asturie wijst deze schelp naar links
Na een laatste klim zie ik in de verte Oviedo liggen.


Zicht op Oviedo




Ik zet er een beetje de pas in want ik Oviedo wil ik graag lunchen in mijn favoriete restaurant. Ik ben vergeten hoe laat de keuken dicht gaat, maar die blijft niet de hele middag open.
Het is zoals gewoonlijk steendruk. Ik blijf in de ingang staan en zie ineens de bardame naar me lachen. 'Ana' hoor ik mezelf roepen. 
"Dat me mijn naam nog weet,' lacht ze. Eigenlijk wist ik die ook niet, maar het kwam er zo maar uit.
Ik vertel haar dat ik hier in 2015 ook was toen ik van huis was komen lopen. 'Ja, ik herinner me je gezicht nog wel,' lacht Ana weer.


Vage Ana
De kathedraal gaat pas om vier uur open, dus de wachttijd maar nuttig besteed en vast de blog gemaakt.
De korte wandelpelgrimage zit erop, maar ik ga morgen en zondag met het streekvervoer richting Santiago dus weer genoeg stof voor elke dag een blog.
Ik zou het leuk vinden als je me blijft volgen.

Volger Irene merkte op dat er geen ontmoetingen met medepelgrims waren. Nee, dat klopt, buiten de Rus Slava in La Robla heb ik geen pelgrim ontmoet.
Ik hoorde van Marisa in Pajares dat er achter me een groep van zes liep en van Paloma in Pola de Lena dat er een groepje van drie voor me uit liep. Maar zo stil heb ik het nog nooit meegemaakt. Ook niet tijdens mijn Camino Ingles (van Ferrol naar Santiago) in 2014. Toen had je nog de Engelse Chloe wie ik uit moest leggen wie Saint James was, de Duitse Antje die voor haar vader liep die dat niet meer kon, de Braziliaanse Pedro. Die laatste was dan wel een irritante betweter (dat ben ik ook dus dat gaat niet samen) maar toen hij weg was, miste ik hem toch. 
Overigens kwam ik hem een jaar later weer tegen. Dit keer 's avonds laat op de gang van de Hospederia San Martin Pedro in Santiago. Tot mijn verbazing wist hij mijn volledige doopnamen nog. 'Andres Jacobo Brower,' riep hij 'dos aposteles y un cervezero (twee apostelen en een brouwer) om vervolgens in de nacht te verdwijnen.

Eens kijken of de kathedraal al open is.